De meeste mensen kunnen niet zelf denken
Zelf denken is moeilijker dan we vaak beseffen. Het vraagt om het vermogen jezelf een vraag te stellen — en dan ook te kunnen wachten op het antwoord. Bovendien moet je kunnen onderscheiden wie in jou er eigenlijk antwoord geeft.
Vaak heb je een ander nodig om verder te komen in je eigen gedachtengang. Maar dan ben je wel afhankelijk van de volwassenheid van die ander. Hoe volwassener iemand is, hoe beter hij of zij kan luisteren. En dan bedoel ik luisteren zonder zichzelf direct te willen rechtvaardigen.
Volwassenheid ontwikkel je
Volwassenheid is niet gebonden aan leeftijd. Je ontwikkelt het door de moed te hebben om het innerlijk gesprek aan te gaan. Dat vraagt dat je op z’n minst drie delen van jezelf leert onderscheiden:
Je eigenheid – wie je in wezen bent, zoals je geboren bent.
Je parentificatie – jouw uitvergrote kwaliteit: wat je inzet om gezien te worden, ontstaan in je jeugd.
Je volwassenheid – de innerlijke regiehouder die het overzicht kan bewaren.
Om werkelijk constructief te kunnen denken, is het nodig dat jouw volwassen deel het gesprek aangaat met je uitvergrote kwaliteit én je eigenheid.
De uitvergrote kwaliteit wil zich altijd bewijzen
Je uitvergrote kwaliteit schiet automatisch naar voren. Je hebt deze van jongs af aan ontwikkeld om te overleven of je plek te verdienen. Ze wil zich graag rechtvaardigen — maar dat is nu net niet helpend als je het gesprek met jezelf aan wilt gaan.
Voorbeeld uit mijn eigen leven:
Ik heb de kwaliteit ontwikkeld om mezelf klein te maken ten behoeve van de ander. Dat werkte goed in mijn gezin van herkomst. Mijn 'aanpasser' of 'helper' is een uitvergrote kwaliteit die ik ooit uit de schatkist van mijn eigenheid heb gehaald. Maar die schatkist bevat nog veel meer talenten — die ik heb ontwikkeld door o.a. nieuwsgierigheid en scholing.
Mijn volwassenheid ziet zowel de uitvergrote kwaliteiten als de verborgen talenten van mijn eigenheid. En wil dat alle delen tot hun recht komen — afhankelijk van de situatie.
Nu mijn talenten rijp genoeg zijn om bij te dragen aan de samenleving, bots ik soms op de overtuigingen van mijn oude kwaliteit.
Zonder volwassenheid is dat hopeloos.
Mijn uitvergrote kwaliteit roept dan:
"Ik ben hier de baas. Ik heb ons overal doorheen geholpen. Je kunt nu niet zomaar je ruimte innemen!"
Mijn eigenheid fluistert dan onzeker:
"Je hebt gelijk, aanpasser. Ik weet ook niet wat ik dacht."
Maar dan spreekt mijn volwassenheid:
"Ja, kwaliteit. Jij hebt ons overal doorheen gesleept. Je hebt hard gewerkt, en daar zijn we dankbaar voor. Maar het is zonde om het talent van onze eigenheid geen podium te geven. Jij mag nu even rusten. We roepen je als we je nodig hebben."
En vervolgens richt de volwassenheid zich tot de eigenheid:
"Welke hulpbronnen kunnen we inzetten om jouw talent tot bloei te laten komen? Wie of wat kan jou helpen om ruimte in te nemen, en de stappen te zetten die je nodig hebt?"
Innerlijke samenwerking
Zo leert ieder deel tot zijn recht te komen. En kunnen mijn innerlijke stemmen — onder regie van mijn volwassenheid — samen een moedige weg inslaan.
Wil jij jouw innerlijke stemmen leren herkennen?
Boek dan een poppetjessessie!